Mistlichten als DRL

geplaatst door: op: 13 mei 2015, 11:47 uur

Hier staat een VW Polo 9N3 uit 2005 met fabrieks af geen DRL.

Er bevindt zich de volgende schakeling:

 

Lichtschakelaar in stand 0: mistlichten branden

Lichtschakelaar stadslicht: mistlampen uit, stadslicht aan

Lichtschakelaar dimlicht: mistlampen uit, dim+stadslicht aan

Functie van mistlicht is behouden, bij uittreken van de lichtschakelaar in dim- en stadslicht.

 

De schakeling is een relais schakeling met een contact gestuurde plus die verbonden is met de ‘TFL’ pin van de lichtschakelaar. De TFL pin is de actieve pin in stand 0 van de lichtschakelaar.

 

Waar ik hem op af zou kunnen keuren is de 20 graden naar binnen/buiten want het mistlicht is is breder qua verstrooing.

 

Verder… volgens de letter van de wet toegestaan?

 

Reglement nr. 48 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen wat de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen betreft:

6.19. DAGRIJLICHT (Reglement nr. 87)

6.19.1. Aanwezigheid Verplicht op motorvoertuigen. Verboden op aanhangwagens.

6.19.2. Aantal Twee.

6.19.3. Opstelling Geen bijzondere bepalingen.

6.19.4. Plaats

6.19.4.1. In de breedte: het punt van het zichtbare vlak in de richting van de referentieas dat het verst is verwijderd van het middenlangsvlak van het voertuig, mag zich niet verder dan 400 mm van het punt van de grootste breedte van het voertuig bevinden. De binnenranden van de zichtbare vlakken in de richting van de referentieas liggen ten minste 600 mm uit elkaar. Deze afstand mag tot 400 mm worden verminderd als de totale breedte van het voertuig minder dan 1300 mm bedraagt.
6.19.4.2. In de hoogte: boven het wegdek, ten minste 250 mm en ten hoogste 1500 mm.
6.19.4.3. In de lengte: aan de voorkant van het voertuig. Aan dit voorschrift wordt geacht te zijn voldaan wanneer het direct uitgestraalde of indirect via de achteruitkijkspiegels en/of andere weerkaatsende oppervlakken van het voertuig weerkaatste licht de bestuurder niet hindert.

6.19.5. Geometrische zichtbaarheid Horizontaal: 20° naar binnen en naar buiten. Verticaal: 10° naar boven en naar beneden.

6.19.6. Richting Naar voren.

6.19.7. Elektrische schakeling De dagrijlichten worden automatisch ingeschakeld wanneer de inrichting waarmee de motor wordt aangezet en/of afgezet zich in een zodanige stand bevindt dat de motor in werking kan zijn. De dagrijlichten worden automatisch gedoofd wanneer de mistvoorlichten of de koplichten worden ontstoken, behalve wanneer deze laatste worden gebruikt om met korte tussenpozen onderbroken lichtsignalen te geven [14].

Bovendien branden de in punt 5.11 bedoelde lichten niet wanneer de dagrijlichten ingeschakeld zijn.

6.19.8. Verklikkerlicht Inschakelverklikkerlicht facultatief.

6.19.9. Andere voorschriften Geen.

    APK Experts

    Het antwoord vinden op deze vraag?
    Meld je dan hier aan voor het APK Keurmeesters forum.